Fotografietips

Actiefoto's:

• Sluitertijd snel genoeg om het onderwerp te bevriezen bv S 1/1600
• Diafragma een laag nummer bv F 5,6
•  U moet misschien uw ISO verhogen    afhankelijk van de hoeveelheid licht
• Autofocus Mode Al Servo of AF-C
• Gebruik een statief o.i.d. als dit mogelijk is
• Bij bewegende onderwerpen, camera meebewegen en onderwerp in midden van het beeld houden

Wildlife portretten:

• Diafragma laag nummer bv F5,6
• Sluitertijd bij lens 400 mm, dan minimaal S 1/400
• Autofocus Mode: One Shot of AF-S
• Ga zo dichtbij als mogelijk
• Stel scherp op de ogen (ogen open dan spreekt de foto meer)
• Vermijdt afleidende elementen
• Probeer diverse standpunten

• Diafragma middel of hoog afhankelijk van uw verhaal bv F8-16
• Sluitertijd bij lens 50 mm, dan minimaal S 1/50
• Autofocus Mode: One Shot of AF-S
• Gebruik groothoek
• Zoek de hoofdlijnen
• Vermijdt afleidende elementen

Zonsopgang en zonsondergang:

• Sluitertijd meten op het helderste deel van de hemel, onderbelicht 2/3 of meer
• Sluitertijd bij lens 135 mm,dan minimaal S 1/135
• Autofocus Mode: One Shot of AF-S

Weinig licht en kunstlicht:

• ISO verhoog deze naar bv ISO 800
• Diafragma een laag nummer bv F 5,6
• Meting, gebruik spotmeting en centraal focus punt
• Sluitertijd bij lens 200 mm, dan minimaal S 1/200
• Autofocus Mode Al Servo of AF-C
• Gebruik een statief oid als dit mogelijk is

Sterren en noorderlicht fotografie:

• Diafragma een laag nummer bv F 5,6
• ISO verhoog ISO temminste tot ISO 1000
• Sluitertijd, lang > 10 seconden
• Autofocus Mode, handmatig ingesteld op oneindig
• Zoek de hoofdlijnen
• Vermijdt afleidende elementen
• Zoek een prominent onderwerp in het landschap
• Gebruik een statief en een afstandsbediening om beweging te voorkomen

Vervagende beelden:

• Sluitertijd laag bv S 1/20-1/60
• ISO laag bv ISO 100
• Autofocus Mode Al Servo of AF-C
• Houd het onderwerp midden in beeld
• Beweeg mee met het onderwerp
• Beste resultaten als onderwerp dichtbij is